donderdag 27 augustus 2015

Nieuwe huisgenoot




Een maand geleden was ik in de kruidentuin blaadjes munt aan het plukken toen ik een zacht gemiauw hoorde. In eerste instantie dacht ik aan een nest kittens want het klonk zo zwak. Het geluid kwam vanonder de kerstboom. Ik tilde een paar takken op en daar lag een kleine poes languit .
"Wat doe jij daar ? " vroeg ik. Ze krabbelde overeind en kwam meteen naar me toe.  Begon me kopjes te geven en bleef daarmee doorgaan terwijl ik met de muntplantjes bezig was.
Op weg naar de achterdeur draaide ze constant rond mijn benen. Ik ging naar binnen en ze volgde me gezwind. Overal waar ik liep kwam ze me achterna. "Heb je soms honger en dorst?"wilde ik weten.
Ik heb een flinke voorraad in huis maar geen kattenvoer. Wel gehakt om spaghettisaus te maken. Dat stond vanavond op het menu. Een paar lepels rauw gehakt konden  er wel van af voor deze onverwachte gast. En of ze dat lustte! Nog een schaaltje half melk- half water en ze was tevreden merkte ik.




De hele avond is ze bij ons gebleven en ze gedroeg zich alsof ze hier woonde. Maar ik had geen kattenbak! Voor de nacht heb ik haar buiten gelaten en een schaaltje water neer gezet.
De volgende ochtend stond ze aan de deur te miauwen. Ik heb ze dan maar weer binnen gelaten.
Mijn jongste dochter Ellen, die een cattery in Main Coons heeft, belde ik om te vragen wat ik met het beestje moest doen. Ze kwam meteen met een voorraad zelf gemalen vlees, een kattenbak en een zak korrels alsook een vervoersmandje. We zouden naar de dierenarts gaan om te kijken of ze gechipt was. Niet dus. Ongeveer een half jaar oud schatte hij haar toen hij naar het gebit keek maar dat wist Ellen me ook al te vertellen. Dan maar melding gemaakt op diverse websites en briefjes in de straat rond gedeeld. Zonder succes. Zou het beestje gedumpt zijn in deze vakantietijd? Ze droeg wel een vlooienbandje en een roze halsband.



Na twee weken wachten hebben we dan maar besloten om het poesje te houden. We zijn ons aan haar gaan hechten. Ze lijkt zoveel op onze poes die tien jaar geleden hier is dood gereden. We hebben haar toen begraven onder de kerstboom. Onze kleindochter zegt tegen iedereen die het  horen wil dat we een poesje onder de kerstboom hebben gevonden: een vervroegd kerstcadeautje dus. Misschien toch de reïncarnatie van  'Poes'? Het is een kleine wildebras. Met de plantenspuit moet ik haar dingen afleren die ze niet mag zoals op het aanrecht springen en proberen om overal aan te likken.
Omdat ze aan de stoelen krabde heb ik haar nageltjes van de voorpoten geknipt met een speciaal kattentangetje. Een matje dat ik van Zeeman had meegenomen leek de oplossing want daar ging ze meteen op krabben. Ze veegt ook dingen onder de mat!



Anderzijds is ze heel erg lief en aanhankelijk. 's Ochtends is ze zo uitgelaten dat ze als een leeggeprikte ballon door het huis vliegt. Ze heeft er zo'n vaart op zitten dat ze uitglijdt over de tegels en een schuiver maakt alsof ze zich op glad ijs bevindt. Ik doe de deuren naar de hal open zodat ze de trap op en af kan rennen. Net zoals onze kleindochter Lola speelt ze boven met het windorgel.
Als het mooi weer is mag ze naar buiten aan het riempje. Ik zou niet willen dat ook zij werd dood gereden. Ze vindt het heerlijk om onder de struiken te liggen. Ze heeft ook al haar favoriete stoel uitgekozen.




Gistermiddag is Poes gesteriliseerd bij Paul, de man van onze tandarts Frieda. 's Avonds kon ik haar weer ophalen. Ze had antibiotica en een pijnstiller gekregen. Thuis sprong ze zelf uit het vervoersmandje en liep te zwalken als een dronkeman. Omdat ze zo koud aanvoelde heb ik haar op mijn borst gelegd en ze sliep verder. Opeens voelde ik nattigheid. Oei, een plasje. Het beestje was te versuft om er iets van te merken.Heb haar even op een handdoek gelegd terwijl ik me verschoonde en mijn T-shirt in een emmer sop gooide. Eerst maar eens een warme kruik voor Poes maken want ze had wel ondertemperatuur merkte ik. Ze bleef een poos lekker op de kruik liggen en kroop dan haar schuildoos in die ik zelf heb gemaakt. Over tien dagen mogen de hechtingen eruit . Dan krijgt ze ook haar inentingen en wordt ze ontwormd. We laten een chip zetten voor het geval ze er eens tussenuit knijpt.



Het was een korte nacht voor Bert en mij want we kwamen later dan gewoonlijk in bed en 's ochtends vroeg zijn we om beurten gaan kijken hoe het met Poes was.
Nog eens gebeld met dochter Ellen om verslag uit te brengen. Ze moest nu wel iets eten maar ze heeft nog geen trek. Dan maar een kauwstaafje, een snoepje dat ze altijd krijgt voor het slapen gaan.
Daarna zal ze geleidelijk aan wel beter gaan.
Over tien dagen moeten de hechtingen worden verwijderd.  Ze wordt dan ook meteen  ontwormd, ingeënt tegen niesziekte en ze krijgt een chip. Alles keurig genoteerd in een Europees paspoort voorzien van de nodige stempels. De pasfoto mag ik er zelf in plakken.

De hechtingen.



donderdag 28 mei 2015

Asuitstrooïng schoonmoeder



 

Vandaag zou mijn schoonmoeder 87 jaar zijn geworden. Na haar plotse overlijden op 25 januari en de crematie op 29 januari werd het idee geopperd om op haar verjaardag nog eens bij elkaar te komen om de as te verstrooïen. 

Alleen mijn man en ik, zijn tweelingbroer Ger en diens vrouw Hennie zijn erbij aanwezig, alsook hun dochter Maaike en diens zoontje Mailo.We komen om half tien samen in het crematorium van Heerlen. In een kamer tegenover het kantoor krijgen we koffie. De asverstrooibus staat al klaar op een tafeltje." Er zit ongeveer drieënhalve kilo as in" , zegt de medewerkster die er met een soort sauslepel iets uitschept voor Maaike. Ze heeft de keuze uit drie verschillende formaten zakjes en ze kiest voor het grootste. Het plastic zakje wordt nog extra verpakt in een papieren zakje. Wel zo discreet. Hennie krijgt de steen met het identificatienummer 71795 dat in een stoffen buideltje wordt gedaan.



Als niemand de as zou willen verstrooien wilt de medewerkster het wel doen maar Maaike stelt zich kandidaat. Tussen veld C en D vindt de asverstrooïng plaats omdat daar ook mijn schoonvader en het zoontje van Ger en Hennie ligt.
Opeens omarmt Mailo spontaan de strooibus voordat we beginnen. Het ventje van nog geen twee jaar weet helemaal niet wat dit allemaal betekent. Grappig en aandoenlijk tegelijk.
Op het strooiveld ligt nog meer as van eerdere uitstrooïngen en we zoeken een plaats waar nog niks ligt. Bert heeft dit niet in de gaten en rijdt er met zijn rolstoel doorheen. Dat vindt hij niet prettig en met een zakdoekje maakt hij meteen zijn banden schoon.
Daarna gaan we naar de boom waar na de crematie bloemen zijn gelegd. Nu heeft Hennie een bos donkerroze rozen meegenomen. Mijn schoonmoeder hield van bloemen en van de kleur roze.
Na de ceremonie hebben we afgesproken met de zus en schoonbroer van Bert en Ger bij Motel De Valk. Op het terras is het aangenaam vertoeven in de zon met een kop koffie en een gebakje.
Zo hebben we toch nog een beetje haar verjaardag kunnen gedenken.




dinsdag 7 april 2015

Afscheid


Maandag 6 april 2015, dag 16

Om zes uur gaat de wekker. Geen getreuzel want alles is nu getimed.
Na een korte nacht voel ik me alles behalve fit.
Gisteravond zaten we nog gezellig samen met onze nieuwe vrienden. Petra , een vriendin van Markus, vertelde dat er in de zomer zevenhonderdvijftig vliegtuigen per dag in Palma landen.
Ongelooflijk! Zij is sinds kort mental coach voor de sport en het zakenleven.
Regina, een Duitse vriendin van Hans, woont hier al vijftien jaar. Ze heeft alle mogelijke baantjes aangenomen om de kost te verdienen. Vroeger was ze administratief medewerkster bij een exportbedrijf. Tegenwoordig is ze tandartsassistente. De tandarts zelf heeft haar in de praktijk opgeleid. Ze houdt nog genoeg tijd over voor haar paard en honden want meestal werkt ze halftime. De vrijheid die ze hier heeft bevalt haar uitstekend.












In de eetzaal is er nog geen koffiejuffrouw want wij zijn de enige ontbijters. Eén van de kelners geeft ons koffie. Hij kent het apparaat ook niet maar krijgt het ding aan de praat. Het is de laatste keer dat ik die overheerlijke vanilleflensjes kan eten. Vanaf morgen is het gedaan met luilekkerland en zal ik proberen om mijn broeksriem een gaatje verder dicht te krijgen.
Ik maak nog gauw twee bruine broodjes met kaas voor onderweg en ga de koffers halen.
Een Nederlandse airportservice brengt ons naar het vliegveld. Stipt op tijd is de chauffeur daar.

Op de luchthaven krijgen we, nadat we onze bagage hebben ingeleverd, meteen een assistent toegewezen. Die brengt ons linea recta naar de douane. Dat was niet mijn bedoeling want ik heb nog een vol flesje water en twee potjes yoghurt in mijn tas. Daar krijg ik uiteraard commentaar op en het flesje kan ik inleveren, maar eerst neem ik er nog enkele slokken van. Over de yoghurt zeggen ze niks. We lopen langs een winkel met Majoricaparels. Ik kijk even rond en koop de kleinste oorknopjes. In het doosje zit een certificaat om de echtheid te garanderen.

We hebben nog tijd genoeg voor een kop koffie... denken we.
Er is één koffiebar 'Starbuks' en er staat een rij mensen te wachten tot ze kunnen bestellen. Dat duurt wel een kwartier. Voor Bert neem ik een derde liter (jawel, een mini-emmer) koffie met melk en voor mij een bekertje espresso met melk. Het is gloeiend heet en we kunnen het niet meteen opdrinken. De tijd begint te dringen en we gaan met onze koffie op weg naar de gate. Onderweg komen we een rolstoelassistent tegen die Bert al aan het zoeken was. We mogen als eerste door de slurf in het vliegtuig. Omdat er slechts zesenvijftig passagiers meevliegen is het kabinepersoneel gauw klaar met de instapkaarten en moeten we wachten tot we kunnen vertrekken.


 


Tijdens de vlucht hou ik het scherm voor mij in de gaten. Het is helder weer en als we boven Andorra vliegen kan ik de Pyreneeën heel duidelijk zien. De bergtoppen zijn besneeuwd en het uitzicht is adembenemend mooi. De boordcommandant meldt voordat we gaan landen dat het in Charleroi vijf graden is. Ik trek mijn trui aan over mijn bloes en draai de sjaal een paar keer om mijn nek. Door het raampje ziet alles grijs. Wat een omschakeling.

     Bert kijkt somber naar buiten als hij met een pendelbusje  wordt afgehaald.       


 





zondag 5 april 2015

Alle remmen los


Zondag 5 april 2015, dag 15 Pasen

We zijn al vóór acht uur uit de veren want het is onze laatste vakantiedag. Bert wil vroeg weg voor een kort fietstochtje van veertig kilometer. Vanmiddag moet de handbike uit elkaar worden gehaald en ingepakt voor de terugreis.
Aan de ontbijttafel komt Diederik nog even afscheid nemen met een ferme handdruk. “Tot volgend jaar”! klinkt het.
Nu we eindelijk weten welke koffie het lekkerst is vertrekken ook wij. Bij de koffiejuffrouw bestellen we de laatste dagen zwarte koffie met een scheut hete melk.

Al dagen ben ik op zoek naar een bepaalde handcrème met een hoog percentage aloë vera maar ik weet niet meer in welke winkel ik de eerste tube heb gekocht. Dan stap ik maar de apotheek binnen en neem een tube pure aloë vera gel. Die is heilzaam voor alle mogelijke huidproblemen.
















Mijn tocht langs de kleine winkeltjes, die bijna allemaal worden uitgebaat door Chinezen, lijkt een inhaalslag. Het ene na het andere sjaaltje trekt mijn aandacht. Ik voel me net zo blij als een kind die in de speelgoedwinkel alles heeft mogen kopen wat zijn hartje begeert. Met een volle tas kom ik op de kamer aan. Ik bekijk de lapjes stof nog eens stuk voor stuk en hang ze demonstratief aan het wasrekje op het balkon. Mijn sjaaltjeswinkel. Het is zoals met schoenen. Ongeacht mijn gewicht passen die altijd. Ben ik op weg om een sjaaltjesfetisjist te worden? 

Aan mijn voeten draag ik liefst gemakkelijk en orthopedisch verantwoord schoeisel. Tijdens onze vele wandelingen heb ik daar alleen maar profijt van gehad. Mijn MBT 's (Masai Barefoot Technic) zijn mobiele fitnessapparaten en brengen het lichaam in de juiste stand. Okee, het ziet er niet zo flatteus uit maar dat compenseer ik dus met mijn sjaaltjes. Dáár moet de aandacht naartoe getrokken worden. Tevens versiert het mijn minder strak geworden decolleté en beschermt het tegen verbranden. Ik ben praktisch ingesteld.

Als Bert terug komt van het fietsen heeft hij toch weer meer gedaan dan gepland. Vijfenvijftig kilometer. Na het douchen gaat hij eerst zijn handbike uit elkaar halen. Ik help hem met alles in de fietstas in te pakken. Hij heeft nog plaats over in het bovenste vak en daar doen we twee zakken vuile was en een zak met tien sjaaltjes en vijf hoofddoeken in. Dat scheelt alweer in het gewicht van onze koffers. Alles heb ik netjes opgerold, ook de kleren. Op die manier spaar je ruimte en kreukt niets.
We nemen afscheid van Renate want haar vliegtuig vertrekt vanavond. Dinsdag moet ze weer werken. Ze heeft een fulltime baan met veel verantwoordelijkheid. Freddy is al drie weken hier en maakt de tien weken vol. Hij is zelfstandige en begeleidt samen met Hans de fietsers in Mallorca.

Het kamermeisje heb ik een fooi gegeven want ze is altijd heel vriendelijk en correct.
Ook de kelners in het restaurant  belonen we voor hun inzet.
Het is inmiddels koud geworden en de lucht ziet donker.


 

zaterdag 4 april 2015

Aftellen

Zaterdag 4 april 2015, dag 14

Het is de eerste keer dat ik vóór Bert wakker ben. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het nog geen zeven uur is. Te vroeg om op te staan maar te laat om weer in slaap te vallen. Mijn gedachten dwalen af naar thuis want de vakantie zit er bijna op. Maandagochtend moeten we om half acht het hotel verlaten. Dat zal met gemengde gevoelens zijn. Thuis kan ik wel in de pijama koffie drinken. Volgend jaar willen we terugkomen maar dan liefst een week langer blijven.

Bert praat in de hal met de vader van het zwaar gehandicapte meisje. Ze wonen in de omgeving van Berlijn, honderd kilometer van de Poolse grens. Het is de eerste keer dat zijn gehandicapte dochter gevlogen heeft en dat is goed meegevallen. Overdag verblijft ze in een instelling omdat beide ouders werken. 's Avonds en in de weekenden is ze bij hen. Eén keer per jaar gaat de familie alleen met de andere dochter op vakantie en in die weken wordt ze verzorgd door de instelling.

We treffen Diederik bij het ontbijt. Hij is nu alleen hier. Zijn team is vanmorgen naar Turkije vertrokken. De coach kent wel enkele gehandicapte watersporters en zo heeft Bert weer gespreksstof. Ik zoek een tafeltje om de koffie op te zetten en ga er vandoor.
Armin komt voorbij en we maken meteen een afspraak om vanavond samen koffie te drinken.
Het is een leuke vent. Hij is tien jaar jonger dan we geschat hadden want hij heeft twee kleine kinderen. Een laatbloeier zoals hij zelf zegt.











 









  
De ochtendwandeling korten we in want Bert wil op tijd gaan fietsen. Het strand is geveegd en alle zeewier- en balletjes liggen op een hoop. Het weer verandert hier met de minuut. Het is bewolkt maar er is geen wind en de temperatuur is aangenaam met negentien graden. Als de zon erdoor komt vind ik het meteen warm worden. Ik loop weer te zweten . Bert snapt er niks van.
Misschien sleep ik teveel kilo's mee”, zeg ik. Een goede reden om tegen volgend jaar afgeslankt ook wat te gaan fietsen hier. “Ga thuis eerst maar flink oefenen want hier is dat toch zwaarder”, weet Bert.

Ik koop twee sjaaltjes en na de lunch op het balkon maak ik een extra kleine wandeling.
Bert heeft tachtig kilometer gefietst en was op tijd terug voor onze afspraak. Christaan, de broer van Armin kwam er ook nog even bij zitten. Hij is ook leraar en geeft Frans. De vrouw van Armin is lerares Nederlands en geschiedenis. Hun zoontjes van vijf en zeven amuseren zich met een kleurboek en een spelletje.

Bij het diner komt Diederik nog even aan onze tafel kletsen. Hij gaat morgen naar huis. Dan ziet hij zijn kinderen ook weer eens. Een dochter van twaalf en een zoon van veertien.” Zij zeilen niet want ze associëren het met altijd weg zijn en dat willen ze hun moeder niet aandoen”, zegt Diederik.
De zoon traint wel drie keer per week met de hockeyploeg en de dochter danst. Zijn kinderen zijn hoogbegaafd en zijn zoon zit al in de vierde klas van het gymnasium. Hij weet nu al dat hij bedrijfskunde wil gaan studeren. Op de universiteit van Groningen is hij met vierhonderd scholieren geweest om kennis te maken. Hij heeft er deel genomen aan een debat en heeft het zowaar gewonnen. “Dan moet je politicus worden”, had hij lachend tegen zijn zoon gezegd.

's Avonds zitten we nog gezellig met Hans, Freddy en Renate in de recreatieruimte. Jammer dat het morgen onze laatste dag is, maar ze willen eind juni naar ons toe komen.


vrijdag 3 april 2015

Uitstap Palma


Goede Vrijdag 3 april 2015, dag 13

Het is elke ochtend hetzelfde ritueel. Bert maakt me wakker om acht uur. En hij heeft elke ochtend honger. Dat hoor ik hem thuis niet vaak zeggen. Maar ja, dan staat hij gewoon op en ik merk er niks van als hij de keuken in duikt.

In de eetzaal gaan we aan een ander tafeltje zitten want als de mensen langs het buffet lopen stoten ze steeds achter tegen de rolstoel aan. We hebben nu tafelnummer negenenzestig. “Dat is het beste nummer”, lacht Bert. Diederik komt even bijkletsen. Gisteravond waren ze  door de zeilpresident met zijn team uitgenodigd voor het diner . Daarom hadden we hen dus niet gezien.
Voordat hij trainer werd was hij zelf ook een goede zeiler. In 1988 maakt een knieblessure een eind aan zijn sportcarrière. In de winter speelt hij hockey en voetbal. Tijdens een banaal voetbalspelletje is het met hem gebeurd. Zijn knie staat opeens aan de andere kant. Als fysiotherapeut weet hij meteen dat het mis is. Weg is de droom om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Seoul! Twee jaar van revalidatie volgt. “ Zeilers hebben goede knieën nodig want ze hangen steeds buiten de boot en er komt flinke rek op te staan”, legt hij uit. “Zeilers kunnen ook niet goed zwemmen. Als dat wel zo is, is er iets mis want dan liggen ze meer naast de boot dan erin”, lacht Diederik. Hij heeft wel humor.
Na zijn ongeval heeft hij de knop omgedraaid en ging de trainerscursus volgen. Vrijwel snel daarna kon hij aan de bak. Achttien jaar werkte hij in Duitsland en tegenwoordig reist hij de hele wereld rond. Hij vertelt over een G-zeiler die eerst bergbeklimmer was en na een val verlamd raakt met een lage dwarslaesie. Hij doet zelfs kitesurfen. 



 

Bert wil naar Palma maar eerst maken we onze ochtendwandeling.
Er is nauwelijks wind en het zou eenentwintig graden worden. Ik merk al gauw dat ik het te warm heb met mijn lange broek en dichte schoenen. Er zijn veel wandelaars en fietsers. Misschien hebben veel Spanjaarden vandaag al vrij. Steeds meer toeristen bevolken het strand en de straten.
Bert lijkt wel een hond die meters voorop loopt en dan moet wachten op het baasje. Ieder keer zie ik weer iets om te fotograferen. “Als je nu de eerste dag hier was, maar je hebt al zoveel foto's gemaakt”, knottert hij. Ik zal me maar een beetje beheersen. Onderweg heeft hij commentaar op wat mensen allemaal aan hebben. Volgens mij heeft hij teveel naar de programma's van Jani gekeken.
Okee, een vent met een klein hondje in de fietsmand voorop die dan ook nog een petje op heeft is wel om te lachen.

Achter ons hotel is een opstapplaats voor de bus die ons naar Palma brengt. We nemen lijn vijftien die binnendoor gaat. Hij laat een plaat uitschuiven zodat Bert gewoon de bus in kan rijden. We stappen uit aan de laatste halte bij de kathedraal. Hier moeten we zijn want het bouwwerk is indrukwekkend mooi met het aangelegde park eromheen. Ook hier weer veel toeristen en Afrikaanse straatventers. In één van de souvenirwinkeltjes koop ik oorknopjes met een Majoricaparel. Er is zoveel keus bij al die sieradenwinkels dat ik het even niet meer weet.














We komen langs een ijsboer die Giovanni L. heet. Een stel Duitsers horen we pochen over het ijs dat daar verkocht wordt. Een verkoopster laat Bert wat proeven. We nemen elk twee bollen. Het is niet slecht maar voor mij is er geen beter ijs dan van onze eigen hoeve Sonnis in Helchteren. Ik vond het ijs van de ijsboer aan het strand zelfs lekkerder dan dit.
In de verte zien we een cruiseschip en we lopen richting haven. Helaas mogen we niet op het terrein want we worden teruggeroepen door de veiligheidsbeambte die uit zijn hokje komt.
Dan gaan we maar terug richting kathedraal en wandelen daar nog wat in de omgeving.
We nemen de snelbus lijn vijfentwintig terug.













donderdag 2 april 2015

Op souvenirjacht

Donderdag april 2014, dag 12

Het is bijna negen uur als Bert me weer wakker maakt. Hij heeft last van zijn linker oog. Er hangen korreltjes gedroogde pus aan zijn wimpers.
“Als ik jou liet liggen zou je tot tien uur slapen”, zegt hij. Voor mij voelt het aan als acht uur maar ik heb goed geslapen. Het kussen vind ik te dik en dat gebruik ik niet. Op mijn buik schuif naar beneden tot mijn voeten buitenboord hangen.
De donsdeken gooi ik tijdens de nacht van me af. Het is wel een goed matras, vergelijkbaar met thuis.
Vanuit de eetzaal hebben we het zicht op het terras met zwembad, de boulevard en het strand. De ligbedden staan sinds deze week bij het zwembad opgesteld. Ook op het strand liggen ze opgestapeld onder de parasols. Er staat een frisse wind maar in de zon is het lekker. We merken dat het seizoen op gang komt. Er liggen al mensen op het strand en er zijn veel kitesurfers. 

 











Bert wil vandaag honderd kilometer fietsen. In plaats van samen een ochtendwandeling te maken zal ik er alleen op uit trekken. Dat is niet erg want ik moet ook eens voor cadeautjes kijken.
De meeste vrouwen houden van winkelen maar ik niet. Zo gauw ik iets leuks heb gezien voor de betreffende persoon koop ik het. Voor mijn moeder, onze dochters en schoondochter, zoon en schoonzoon. Onze kleindochter krijgt uiteraard de meeste cadeautjes. Er is veel prijsverschil voor hetzelfde product in de verschillende winkeltjes. Ik wil weer op tijd terug op de kamer zijn om te schrijven en te lezen. Als Bert zijn training erop heeft zitten, komt er niks meer van. Het boek 'De Celestijnse Belofte' heb ik bijna uit maar ik begin niet meer aan het volgende boek 'De Kabbalist' dat nog in mijn koffer ligt. Die moet zondag weer worden ingepakt.

Als Bert terug is van zijn fietstocht zit zijn oog bijna dicht en het ziet rood. Gelukkig hebben we oogzalf bij ons. Hij heeft honderdvijftien kilometer gedraaid en zijn rug voelt goed aan. Onderweg ging er een wielrenner over de kop terwijl hij omkeek in een bocht. Twee andere fietsers keerden meteen om om de man te helpen. Volgens Bert zou hij wel eens zijn sleutelbeen gebroken kunnen hebben. 
We lopen nog even naar de Italiaanse ijsboer en gaan daar in het zonnetje zitten. De wind is toch wel koud en we besluiten om geen korte wandeling meer te maken maar naar het hotel terug te gaan.

Tijdens het diner wijk ik af van mijn dagelijkse kost. Geen drie soorten vis en salade meer maar drie verschillende menu's. Zoals altijd neem ik wel een voorgerecht met meloen, deze keer watermeloen. Dan toch een stukje gebakken zalm met komkommersalade en pommes duchesses. Daarna gevulde paprika met chili con carne. Het derde menu is een vegetarische combinatie bestaande uit couscous en kikkererwtensalade. Mijn toetje van een gemarineerd stukje peer blijf ik wel trouw.

Met sportvriend Patrick en zijn vrouw Renate hebben we afgesproken om nog iets te drinken.
Het is gezellig totdat de artiesten op het kleine podium hun danskunsten tonen vergezeld van luide muziek. Het café zit inmiddels vol met bejaarden. Die hebben geen last van het lawaai want de meesten zullen wel een beetje doof zijn. Wij zoeken liever de rust van onze kamer op.